Hij liet ons geloven dat deze twee gidsen ons zouden kunnen leiden naar Zijne Koninklijke Hopheid, de Hopvogel die ooit eens de mensenkoning Tereus was, voor hij een vogel werd.
Die handelaar verkocht deze gaai voor een zilveren munt, en hij verkocht jou die kraai voor drie munten.
Maar wat kunnen die vogels nu helemaal?
Ik begrijp geen snars van hun instructies. (Tegen zijn gaai) Wat wil je dat we nu doen? Moet ik me nu zeker van deze klif afgooien?
Er is daar helemaal geen weg, stom beest!
We verlieten onze stad om op zoek te gaan naar vogels, maar we hebben tot nu toe niet echt veel geluk gehad.
(Aan de lezer) Het is niet zo dat ik de stad zélf, waar ik vandaan kom, heel erg haat.
Ik bedoel, wij zijn allebei van goede komaf. Maar de ménsen in Athene! Die zijn vreselijk. Ze wijden hun hele leven aan rechtzaken! En dan is er natuurlijk ook altijd wel ergens een klikspaan die bereid is je te grazen te nemen.
Ik heb schoon genoeg van al dat gekonkel.
Ik haat het leven daar, en ik wil nu gewoon een rustig leven gaan leiden, op het platteland.
En daarom zijn we nu hier, ver van huis, met alleen een mandje met wat potjes en pannetjes en een stoofpotje, op zoek naar een rustige plek op het platteland waar we ons kunnen vestigen.
We zijn op zoek naar Zijne Koninklijke Hopheid, de vogel die ooit eens een menselijke koning was voordat hij in een vogel veranderde.
Hij moet namelijk veel hebben rondgevlogen, en misschien weet hij daarom wel een stil plekje waar wij ons vredig kunnen terugtrekken.
Er is daar duidelijk iets. Zijn daar andere vogels, misschien?
Als we lawaai maken om ze te laten schrikken, dan komen we er snel achter of er vogels zijn.
Moet ik nou echt nog een keer op de rots hameren? Zijne Koninklijke Hopheid!
Wat een vreselijk monster.
Wat voor soort dier ben jij dan in godesnaam?
Soms wil hij een schaal vol visjes. Dan pak ik een groot bord, en dan vlieg ik weg om dat voor hem te halen.
En dan weer heeft hij zin in erwtensoep.
Dan grijp ik een soeplepel en een pot, en dan ren ik om het voor hem te halen.
Ik wil dat je hem wakker maakt.
Dat was een enge vogel!
Je bent zelf een bange schijterd!
Waarom moest ik nou in een vogel veranderen!
Want weet dit, bezoekers!
Ik was ooit Tereus, een menselijke koning.
Een pauw, misschien?
Maar wie zijn jullie dan?
We zijn niet met velen.
U was ooit een mens, zoals wij, en u had ooit eens schulden, zoals wij, en die wilde u niet terugbetalen, zoals wij dat nu ook niet willen.
Bovendien bent u in een vogel veranderd.
U moet wel heel veel van het land en de zee gezien hebben toen u rondvloog.
En dat betekent dat u alles weet wat wij mensen weten, maar ook wat de vogels weten.
En daarom vroegen wij ons af of u wellicht ergens een knus dorpje gezien had waar wij een rustig leven zouden kunnen leiden.
We zijn op zoek naar een plek waar we fijn kunnen leven.
Die aristocraten raken continu verstrikt in de ene na de andere vreselijke oorlog.
Er bestaat wel een stad vol geneugten die jullie zoeken.
Het is gelegen aan de kust van de Rode Zee.
Niet een havenstad waar elke ochtend galleien arriveren, gevuld met notabelen uit Athene.
Weet je niet een klein Grieks dorpje inlands dat je ons kan aanraden?
Maar vertel eens, hoe is het eigenlijk om tussen de vogels te leven? Daar weet jij waarschijnlijk alles van af.
Om te beginnen heeft niemand een portemonnee.
Bijna als een huwelijksreis.
En als jullie vogels mijn advies opvolgen en mijn plan goed uitpakt, dan worden de vogels oppermachtig!
Je ziet vaak mensen gedachteloos ronddwalen, en van zulke mensen denken we terecht dat ze hun verstand kwijt zijn.
Maar wat voor een stad zouden wij dan wel moeten bouwen?
Kijk naar beneden.
En daarmee zouden jullie heersen over de mensheid zoals jullie nu ook al heersen over de sprinkhanen. En de goden in de hemel zouden een vreselijke hongerdood sterven.
Als wij mensen het orakel van Delphi willen bezoeken, dan moeten we de Boeoteanen betalen om door hun land te mogen reizen.
En zo zou dat ook kunnen gaan als de mensen offeren aan de goden.
De rook van hun offers stijgt immers door de lucht en gaat daarmee dwars door jullie stad.
Jullie zouden die rook kunnen tegenhouden, en dan zouden de offers de goden nooit bereiken.
Als de andere vogels akkoord gaan, dan ga ik die stad samen met jou bouwen.
Voor ik hier kwam waren ze behoorlijk ongeschoold, maar in de loop der tijd heb ik ze kunnen leren spreken als een mens.
In de verte begint een vogel te zingen.
Eenieder die de vruchtbare landen
van de mensen plundert,
kom hier, en snel!
En jullie ook, zeemeeuwen
die fladderen over de zwellende
golven van de zee,
kom hier en luister naar ons.
En laat ook de lang-genekte vogels
zich hier verzamelen;
weet dat een wijze oude man
naar ons toe gekomen is,
met briljante nieuwe ideeën
en fantastische hervormingen.
Laat alle vogels hierheen komen
om deze plannen hier te bespreken!
Oh, wow! Hij is wel heel mooi, met zijn vlammende, rode vleugels.
Laten we het hem vragen.
Wat voor type vogel is dit?
Hij kijkt plechtig uit zijn ogen, maar hij lijkt me wel een beetje dom. Wat voor een vogel zou het zijn?
Een hele zwerm vogels komt deze kant op!
Ze vliegen zo dicht op elkaar dat je de bomen niet meer ziet.
Athene heeft er al meer dan genoeg! Elk jurylid in elk rechtbank heeft er een.
En daar!
Een tortelduif!
Een zwaluw, een gehoornde uil, een buizerd, een duif, een valk, een ringduif, een koekoek, een roodpootgent, een putter, een purperkapjufferduif, een torenvalk, een parelduiker, een merel, een visarend, een specht, een—
En zo veel merels!
En wat zijn ze luid!
En wat komen ze snel op ons af!
Wat een kabaal! Wat een kabaal!
Willen ze ons pijn doen?
Oh! Daar! Daar!
Ze blijven ons met hun open snavels aanstaren!
Ik wacht al een uur!
Ik riep jullie niet voor niets bijeen, want ik heb jullie namelijk iets belangrijks te melden.
Het heeft met onze veiligheid en onze toekomst te maken, en het is ook nog eens heel leuk.
Twee bedachtzame meneren kwamen speciaal mij opzoeken.
Hij heeft een belangrijke gelofte gebroken, een eed die alle vogels bindt.
Hij heeft ons in de val gelokt en ons uitgeleverd aan de vijand.
Hij heeft ons blootgesteld aan de aanvallen van die gewetenloze ras die door alle tijden heen altijd oorlog tegen ons heeft gevoerd.
We zullen later wel besluiten wat we met deze verrader gaan doen, maar eerst gaan we deze twee oude mannen straffen; we scheuren ze aan stukken!
Waarom heb je mij in godsnaam meegenomen?
Werp jezelf bovenop de vijand! Omring ze van alle kanten! Neem ze te grazen en vergiet hun bloed!
Ze zullen er spijt van krijgen dat ze ooit hierheen kwamen!
Niets, maar dan ook niets kan ze nog redden.
Als wij klaar zijn met ze, dan is er niets meer van ze over.
Scheur ze aan stukken met jullie snavels! Peuzel ze op! Ten aanval!
Waar is de leider van de groep? Laat hem kennismaken met mijn rechtervleugel.
We moeten blijven staan, en we moeten tegen ze vechten. We bewapenen ons met deze stoofpotten en pannen.
Ze weten dat we ontzag voor ze hebben. Zij zullen ons in ieder geval niet aanvallen.
Treuzelt niet.
Scheur ze aan stukken met jullie snavels.
En sla vooral die stoofpot aan stukken!
Ze behoren tot dezelfde stam waar ik ook toe behoor.
Ze zijn familie van mijn vrouw.
Waarom zouden jullie hen vermoorden? Wat hebben ze jullie misdaan?
En is de mens niet onze dodelijkste vijand?
Laten we ze afslachten.
Ze zijn hier met goede bedoelingen heen gekomen, om ons nuttig advies te geven.
Zo hebben niet de vrienden, maar de vijanden van steden de mens geleerd om hoge muren rond hun steden op te trekken en hun schepen oorlogsklaar te maken.
En het is met deze kennis dat ze daarom vrouwen en kinderen en hun bezittingen kunnen beschermen.
Je kan inderdaad zelfs iets leren van je vijanden.
Laten we onze stoofpot en schalen neerzetten.
Maar laten we ze wel dicht bij ons houden, want we kunnen nog steeds niet vluchten als ze ons weer besluiten aanvallen.
Laten we eerst vragen wie deze twee mannen dan wel zijn, en waar ze vandaan komen, en waarom ze hier zijn.
Zijne Koninklijke Hopheid, geef antwoord.
Willen ze met onze hulp hun vijanden verslaan? Of willen ze dat we hun vrienden gaan helpen?
Om kort te gaan: alles wat jullie hier om jullie heen zien zal van jullie zijn. De hemel, de aarde, en alles daartussenin zal allemaal van de vogels zijn.
Dat is wat ze ons beloven.
Ze zijn sluw!
Het neusje van de intellectuele zalm!
Maar laat ze opschieten, want we zijn erg nieuwsgierig geworden!
Vertel ze waarom ik ze bijeen heb geroepen.
Misschien weet je wel slimme manieren om onze macht te vergroten!
Spreek!
En als wat jullie verzonnen hebben in ons voordeel uitpakt, dan delen wij dat voordeel natuurlijk graag een beetje met jullie.
Maar vertel! Wat was de reden dat jullie ons opzochten? Wees niet bang, we zullen jullie niet aanvallen. Ten minste, niet voordat jullie klaar zijn met spreken.
Nu heersen jullie over mij en deze man naast mij.
Maar jullie zouden ook moeten heersen over de oppergod Zeus zelf, want jullie ras is eigenlijk ouder dan Saturnus, ouder dan de Titanen en de Aarde.
Want dan hadden jullie wel geweten dat de leeuwerik geboren was voor alle andere wezens, en dat de leeuwerik zelfs geboren was voordat de aarde bestond.
Zijn vader overleed, maar de aarde bestond op dat moment nog helemaal niet.
En omdat er geen aarde bestond, was de vader na vijf dagen nog steeds niet begraven.
De leeuwerik worstelde met dit dilemma, en het besloot uiteindelijk in arren moede om zijn vader dan toch maar in zijn eigen hoofd te begraven.
Daar zijn veel bewijzen van.
Zo was daar bijvoorbeeld de haan die over de Perzen regeerde voordat er koningen waren, voordat Darius en Megabyzus leefden.
En daarom is de haan de mascotte van de Perzen.
Door een haan verloor ik namelijk ooit eens een prachtige tuniek van Frygische wol.
Ik was op een feest ter ere van de geboorte van een kind.
En ik was er net in slaap gevallen omdat ik te veel gedronken had toen een haan in het midden van de nacht begon te kraaien.
Ik stond op en ging op pad naar Alimos, denkende dat het al ochtend was.
Ik had nog geen stap buiten de stadsmuren gezet of ik voelde een harde klap tegen mijn hoofd.
En toen viel ik. Ik wilde de dief nog naroepen, maar hij was er al vandoor met mijn mantel.
De Koekoek heerste over Egypte en over heel Fenicië; bij de eerste “koek koek!” renden alle Feniciërs namelijk naar de velden om hun graan te oogsten, want de koekoek kondigt ten slotte altijd de oogsttijd aan.
Ik was wel verbaasd toen Priam op het theaterpodium verscheen met een vogel die in de gaten hield of Lysicrates cadeau's kreeg.
Zijn dochter heeft een uil, en Phoebus, zijn bediende, een havik.
Maar wat doen al die vogels in de hemel?
En daarvoor baden de mensen altijd voor de vogels en nooit voor de goden. Lampon bidt nu nog steeds voor de gans, en nooit voor een god, voordat hij gaat slapen.
Het moge dus duidelijk zijn dat de eens formidabele, machtige, heilige vogels nu worden gezien als zwakke bedienden en domoren.
Mensen gooien stenen naar de vogels als waren het zwervers, en dat zelfs op heilige grond.
Hele stammen vogelvangers leggen vogelvallen. Ze smeren takken in met lijm, ze gebruiken netten en dergelijke, allemaal om jullie vogels te kunnen vangen.
En als jullie gevangen zijn, dan worden jullie per stapel verkocht. Koophandelaren zitten vervolgens met hun vieze vingers aan jullie lichamen om te voelen of jullie wel dik genoeg zijn.
En als ze jullie nou alleen zouden roosteren! Maar nee, ze raspen eerst kaas in een mengsel van olie en azijn en wat kruiden, en daar voegen ze een zoete saus aan toe, en dat kokendhete goedje wordt dan over jullie ruggen uitgegoten.
Wij hebben duidelijk erg geleden onder het feit dat onze voorouders verzuimd hebben hun hoge rang aan ons over te dragen.
Maar wat een geluk dat jullie nu ons pad doorkruisten!
Jullie zullen onze verlosser zijn.
Wij hebben het grootste vertrouwen in jullie, en ons lot is vanaf nu in jullie handen.
Maar vertel ons snel wat we nu moeten doen!
We moeten op alle mogelijke manieren onze uiterste best doen om onze macht terug te krijgen.
Anders hebben we zelfs geen recht van leven.
Gaat Zeus niet akkoord, en weigert hij zich over te geven, dan beginnen jullie een heilige oorlog tegen hem.
Vanaf dat moment verbieden jullie alle goden om vrijelijk door de lucht en de wolken tussen de hemel en de aarde te reizen zoals ze tot dan toe al die tijd hebben kunnen doen.
En als er tóch goden zijn die door jullie luchtruim proberen te reizen, dan ketenen jullie ze.
Vervolgens sturen jullie een andere boodschapper naar de mensen.
Deze boodschapper zal aankondigen dat jullie vanaf nu heer en meester zijn over het universum, en dat de mens in de toekomst eerst offers moet brengen aan de vogels voordat ze offers mogen brengen aan de goden.
Daarbij wijzen jullie elke god een vogel toe die het beste bij hun past.
Als mensen willen offeren aan Afrodite, laat ze dan eerst gerst offeren aan de meerkoet.
En als ze een lam willen offeren aan Poseidon, laat ze dan eerst tarwe offeren aan de eend, want water is het domein van zowel de eend als van Poseidon.
Als de mens een stier offert aan Heracles, dan ook honingkoekjes aan de meeuw, want die is net zo vraatzuchtig als Heracles.
Als een geit wordt geslacht voor koning Zeus, dan is daar een winterkoninkje waar éérst een mannetjesmug aan geofferd moet worden.
Ik verheug me er nu al op de goden te mogen straffen!
De mensen zouden ons altijd blijven zien als vogels en ons nooit accepteren als hun nieuwe goden.
Hermes heeft vleugels, en vele andere goden hebben volgens mij ook vleugels.
Ik durf te wedden dat Eros vleugels heeft, en Homerus vergelijkt Iris niet voor niets met een timide duif.
Als mensen daar blind voor zijn en jullie niet accepteren als hun nieuwe goden, en als ze de bewoners van Olympus blijven aanbidden, laat dan een wolk mussen nederdalen op hun korenvelden, en laat ze alle zaadjes opeten.
Dan zullen we nog wel eens zien of de goden ze goed gezind zijn gedurende de oogsttijd.
Wacht tot ik mijn twee jonge stieren verkocht heb!
Legioenen uilen en andere vogels zouden ze versmaden voordat ze een kans kregen.
En daarenboven zouden de muggen en andere insecten geen vijgen meer verwoesten.
Een zwerm lijsters zou ze allemaal, een voor een, verslinden.
Of het zal zeggen, “Ga! Vrouwe Fortuna zal jullie goed gezind zijn.”
Dan blijf ik echt niet hier bij de vogels!
Piraten zeggen ten slotte niet voor niets, “Alleen de vogels weten waar ik mijn schat begraven heb.”
Moeten alle mensen dan van nu af aan vroeg komen te overlijden?
Ze zullen leven tussen de struiken en de bladeren van de eikenboom.
En zelfs de meest aanbeden vogels zullen alleen het gebladerte van de olijfboom nodig hebben.
We zullen niet meer naar Delphi of Ammon hoeven af te reizen om te offeren aan de goden!
We hoeven alleen maar tussen de bomen in te staan met een uitgestrekte hand gevuld met granen en gerst en ze te smeken hun zegeningen met ons te delen.
En die krijgen we dan ook nog!
En dat in ruil voor slechts een paar korrels graan en gerst.
We zullen nooit verzuimen om, als het maar even kan, je advies op te volgen.
Geïnspireerd door jouw woorden zullen we vanaf nu de goden, onze rivalen, hun plaats wijzen. En als je aan onze kant staat, en als je ons trouw bent, dan zullen we samen snel hun scepter kunnen bemachtigen.
Het is aan ons om de rol van heerser op ons te nemen, zoals het jouw rol was om ons dat te adviseren.
Laten we zo snel mogelijk handelen... Kom met me mee naar mijn nest gemaakt van takken en bladeren, en vertel me eens hoe jullie heten.
Bedienden, pak onze baggage.
Geketend aan de aarde, zijn jullie zo broos als het gebladerte van het bos.
Voor ons zijn jullie niet meer dan schaduwen op de grond.
Wij, onsterfelijke, goddelijke wezens daarentegen zijn eeuwig en voor altijd jong, en verzonken in tijdloze gedachten.
Luister, en we zullen je alles vertellen wat er te weten valt over alle zaken tussen hemel en aarde.
We zullen je alles vertellen wat er te weten valt over ons, de vogels.
Hoe we zijn.
De chaos tijdens het ontstaan van de vogel.
En hoe dat vervolgens de bron was voor het ontstaan van de goden, de rivieren en al het andere.
En daarna zullen jullie meer kennis en wijsheid hebben dan zelfs de meest belezen filosofen.
Iedereen zal jaloers zijn op jullie.
In den beginne was er alleen Chaos, Nacht en Duister, en de hel in de Onderwereld.
Hemel, Aarde en de Lucht bestonden nog niet.
Op een dag legde Nacht, met haar zwarte vleugels, een ei in de oneindige diepte van het Duister.
Na een tijd kwam het ei uit.
En uit dit ei ontsprong de gracieuze God genaamd Eros, snel als de wervelwinden van de storm met zijn glinsterende gouden vleugels.
Hij paarde met Chaos in de diepe Onderwereld, ook gevleugeld, net als hij.
Hieruit kwam ons ras voort, het ras van de vogels.
Het ras dat als eerste het licht zag.
De onsterfelijke goden bestonden dus nog helemaal niet toen Eros de benodigde ingrediënten bij elkaar bracht om de wereld te scheppen.
Pas na het huwelijk tussen Eros en Chaos konden de hemel, de oceaan en de aarde worden geschapen, en dááruit ontstond uiteindelijk pas het ras van de goden.
Wij vogels waren er dus veel eerder dan de goden.
Er is veel bewijs dat wij de nakomelingen zijn van Eros.
En hoe belangrijk zijn de diensten wel niet die wij aan de mensen verlenen!
Zo geven wij bijvoorbeeld aan wanneer de seizoenen beginnen: lente, zomer, herfst en winter.
Wanneer de kraanvogel naar Libië migreert, weet de boer dat hij moet zaaien, en de schipper dat hij beter thuis kan blijven.
En de andere mensen weten dan dat ze een tuniek moeten weven zodat de strenge kou ze er niet toe zal aanzetten om kleren van anderen te stelen.
En wanneer de roofvogel weer verschijnt, dan betekent dat het begin van de lente en van de periode waarin de vacht van de schapen moet worden geschoren.
Als iemand een zwaluw heeft gezien, dan haast iedereen zich om zijn warme tuniek te verkopen om dunne kleding aan te schaffen.
Wij zijn jullie goden, wij zijn jullie orakels; wij zijn jullie Ammon, jullie Delphi, jullie Dodona, jullie Phoebus, en Apollo.
Voordat jullie ook maar iets durven te ondernemen, of het nu gaat om een zakelijke transactie, een huwelijk of de aankoop van voedsel, raadplegen jullie altijd eerst de vogels.
Bij jullie is altijd alles een voorteken. Als iemand niest is dat een voorteken. Een toevallige ontmoeting is een voorteken, een onbekend geluid is een voorteken.
En jullie luisteren daarom ook naar alle signalen die wij jullie geven. Alles wat we doen is een voorteken voor jullie. Is het jullie niet duidelijk dat wij jullie profetische Apollo zijn?
Als jullie erkennen dat wij jullie goden zijn, dan zullen wij jullie voorspellende waarzeggers zijn.
Door ons zullen jullie alles van het weer weten. Jullie zullen weten hoe de wind waait, wanneer de seizoenen beginnen; de zomer, de winter en de gematigde maanden.
We zullen ons niet achter de wolken verschuilen zoals de oppergod Zeus wel doet.
In plaats daarvan zullen we bij jullie op aarde wonen.
Wij zullen jullie gezondheid en rijkdom schenken.
Wij zorgen dat jullie een lang leven tegemoet kunnen zien.
Jullie zullen kunnen leven in vrede, en lang jong blijven.
Een leven met veel gelach en vrolijkheid en liederen en feesten voor jullie, maar ook voor jullie kinderen, en de kinderen van jullie kinderen.
Kortom, we zorgen ervoor dat jullie er beter van worden, op jullie gemak zullen zijn, zachtaardig, en verzadigd van plezier.
Het is belangrijk om te weten dat alles wat schandelijk en bij wet verboden is op aarde, vaak juist fatsoenlijk is bij ons.
Zo wordt het bij jullie als een misdaad beschouwd om andere mensen in elkaar te slaan, maar bij ons wordt dat als iets goeds gezien.
Wij vogels vinden het prima om recht op iemand af te rennen en hem om de oren te slaan met de woorden: “Kom dan, gebruik je klauwen als je wilt vechten!”
Jullie veroordelen een werknemer die zomaar wegrent, maar voor ons gevoel gedraagt hij zich dan net als een gevlekte frankolijn.
Kom je uit een arm gezin?
Dan kan je bij ons nog steeds elke andere vogel kiezen om je partner te zijn, of je nou rijk bent of arm.
Als een man door de stadspoorten vlucht voor iemand waar hij ruzie mee heeft, dan is hij voor ons net een patrijs, en bij ons is het geen schande om zo slim te ontsnappen als een patrijs.
En wat is er nou nuttiger en aangenamer dan het hebben van vleugels.
Stel je bijvoorbeeld een man voor die sterft van de honger!
Als hij nou vleugels had gehad, dan had hij kunnen wegvliegen. En hij had dan gewoon even snel naar huis kunnen vliegen om te eten, om dan vervolgens weer met een gevulde maag terug te keren.
Iemand die heel erg nodig naar de w.c. moest zou niet bang hoeven te zijn voor een vieze onderbroek. Als hij kon vliegen, dan zou hij even kunnen wegvliegen, zijn behoefte kunnen doen in de lucht, en dan weer terugkeren.
Zijn vleugels niet van onschatbare waarde?
Als er mensen zijn die de rest van hun leven rustig tussen de vogels willen leven, laat ze dan naar ons komen! Wij heten jullie welkom.
Zoiets raars heb ik nog nooit gezien.
Jij ziet er belachelijk uit, zeg!
Maar welke god wordt dan de beschermheilige van deze stad?
Als wij precies die zelfde vrouwelijke godin kiezen, dan gaan de ambtenaren van Athene zeker te weten zwaar over de zeik, en dat zou helemaal te gek zijn! Ik pak alvast de popcorn!
Je moet de lucht in om de vogel-arbeiders te helpen die muur in de wolken te bouwen.
Die puin draagt zich niet vanzelf omhoog.
Aan de slag!
Meng de mortel.
Breng de manden met bouwmaterialen omhoog en tuimel daarna zo snel mogelijk van de ladder af.
En stop niet totdat ons luchtkasteel af is.
Houd de wacht, en zorg dat de vuren niet doven.
Loop rond met een bel, en wek de bewakers die in slaap zijn gevallen.
Maar voel je vooral vrij om daar zelf ook een minuutje te slapen hoor.
En als de bouw klaar is, sommeer dan zowel de goden als de mensen om een bode naar ons te sturen.
En doe wat ik je opgedragen heb, want zonder jou erbij zullen ze mijn bevelen zeker niet opvolgen. Ik zal ondertussen de offers aan onze nieuwe goden voorbereiden. Ik zal er een priester bijroepen voor de ceremonie.
Bediendes! Breng me een kruik gewijd water.
En laten wij nu een lied zingen ter ere van de goden. Zing! Zing!
Hup! Aan het werk, jullie!
We bidden nu tot de Godin van de haard van de vogels.
En we bidden tot de roofvogel die voor de haard zorgt.
En we bidden ook tot alle andere vogelgoden en godinnen.
Athene heeft helemaal geen bondgenoten.
Begrijpen jullie dan niet dat een enkele roofvogel gemakkelijk alle andere vogels in één keer kan wegjagen?
Hou op, genoeg! Jullie maken me horendol met jullie eindeloze opsomming.
Verlaat ons nu, met hoofdbanden en al.
Ik zal het offer zelf, in mijn eentje voltooien.
Het is van cruciaal belang dat ik een heilig lied zing voor de rite van het heilige water.
En dat ik ten minste één onsterfelijke oproep.
Maar dat kan ik alleen doen als je wat geschikt voedsel hebt om te offeren.
En voor zover ik kan zien, heb je alleen maar wat haren en nagelknipsels.
Ik ben “de ijverige slaaf van de Muzen,” zoals Homerus het ooit eens mooi zei.
Maar feit is dat alle poëten, zoals ik, de onvermoeibare slaven zijn van de Muzen.
Dat heeft Homerus zelf gezegd.
Wat verschaft ons het bedenkelijke genoegen jou hier te mogen zien?
Al heel, heel erg lang.
Met dit offer vieren we nú net de stichting van deze stad!
Ik heb deze stad nét een naam gegeven!
We moeten hem op de een of andere manier zien kwijt te raken.
Misschien verlaat hij ons wel als we hem een cadeau geven.
Trek je bontjas uit, en geef het aan deze knappe dichter.
Begrijp je wat ik probeer te zeggen?
En terwijl ik vertrek, laat ik jullie achter met de volgende verzen die ik aan deze stad opdraag:
“Oh grote Phoebus, gezeten op de gouden troon, vier de stichting van deze ijskoude, ijskoude stad die ik wist te bereiken na lange reizen door vruchtbare en met sneeuw bedekte vlaktes.
“Tralala! Tralala!”
Maar hoe kon deze verdomde dichter nou zo snel van onze stad afweten? (Tegen de PriesterPRIESTER) Priester, neem het heilige water, en loop om het altaar heen.
Een Profeet PROFEET arriveert.
Weet je wel dat je nu een heilige beledigt?
Ik kwam hier om te vertellen dat een orakel van Bacis voorspellingen heeft gedaan over uw stad, Luchtkasteel-Stad.
Ik vervolg:
“Moeten ze eerst een witte geit offeren aan Pandora.
En ook moeten ze de eerste die mijn woorden onthult een goede jas met capuchon en nieuwe sandalen geven. ”
“En daarnaast zal hij ook nog een groot bokaal wijn schenken, en een flink deel van de ingewanden van de offergeit.”
“Als je doet wat ik zeg, dan zal je zijn als een arend tussen de wolken. En zo niet, dan zult je zelfs geen tortelduif zijn, en zelfs geen specht.”
“Als een bedrieger onaangekondigd langs komt om je te irriteren tijdens het offeren van een geit, en als deze bedrieger dan ook nog eens een deel van het offer opeist, sla dan met een stevige stok op zijn ribben.”
En knoop jezelf daarna vooral op.
Een Landmeter LANDMETER arriveert.
De ruimtes in de lucht hebben precies de vorm van een cylinder. Zoals een oven, zeg maar.
Met deze kromme liniaal trek ik een lijn van boven naar beneden.
Vanuit een van de punten teken ik vervolgens een cirkel met mijn kompas.
Snap je?
In het midden bevindt zich dan de marktplaats waar alle rechte straten naar toe leiden, als een soort ster.
Gebruik je benen.
Ren weg.
Wat heb ik te vrezen dan?
Vreemdelingen worden daar keihard met stokken geslagen, gestenigd, en weggejaagd.
Ga maar lekker ergens anders landmetertje spelen.
En wie heeft je hierheen gestuurd, schurk?
Want ze hebben me ook dringend nodig in Athene om de vergadering bij te wonen om de belangen van de Pharnacen te behartigen. (Aan de lezer) Ze waren slim genoeg om mij steekpenningen te betalen.
Dit is toch niet te geloven!
Sturen ze me nog voordat ik aan de goden geofferd heb al een inspecteur op mijn dak.
Een Aankondiger AANKONDIGER arriveert.
Laten we daarom zo snel mogelijk naar binnen gaan.
Vanaf nu zullen ze zich aan onze wetten houden!
Niets zal aan onze aandacht of onze macht ontsnappen. We kunnen ten slotte het hele universum overzien.
We zullen de nectar in de bloemen beschermen door de duizenden vraatzuchtige insecten te vernietigen die de bomen aanvallen, en die zich voeden met de zaden op het land.
We zullen de sprinkhanen vernietigen die de terrastuinen teisteren.
Al deze knagende onderkruipsels zullen vergaan onder ons bewind.
Vanaf nu geldt het volgende: “Beloon degene die de vogelverkoper doodt.
En beloon hem nog meer als hij hem levend bij ons brengt, want de gemene vogelverkopers rijgen vinken aan elkaar in bosjes, en verkopen ze dan per zeven voor slechts één zilveren munt.
Ze martelen de lijsters door ze op te blazen zodat ze groter lijken. Ze steken hun eigen veren in de neusgaten van merels. Ze verzamelen duiven en sluiten ze op en dwingen ze op die manier om, vastgebonden in een net, andere vogels te lokken en te vangen.”
En voor alle mensen die vogels opgesloten houden in een kooi in hun tuin geldt dat ze de vogels onmiddellijk vrij moeten laten. En als ze dat niet doen, dan zullen de vogels hen grijpen, en dan zullen wij hen ketenen, zodat wij op onze beurt hen kunnen gebruiken om andere mensen te lokken en te vangen.
En hoe zalig ook zij geprezen de gevleugelde vogel die geen bontjas nodig heeft in de winter.
En ook zijn we niet bang voor de meedogenloze stralen van de vurige zomer. Wanneer de goddelijke sprinkhaan bedwelmd is door het zonlicht, en wanneer de middag de grond verbrandt, breken wij juist uit in een prachtige melodie.
Want ons huis is onder het gebladerte van de bomen en in de bloemrijke weiden.
We overwinteren in diepe grotten, waar we dansen met de bergnimfen, terwijl we in de lente de tuinen van de Gratiën plunderen en de witte, maagdelijke bes van de mirtestruiken plukken.
Maar de juryleden in de rechtbanken zullen ook veel profijt trekken van samenwerking met ons. Want als ze ons gunstig gezind zijn, dan zullen we ze overladen met de grootste geschenken.
Ten eerste zullen alle rechters altijd toegang hebben tot zo veel uilen als ze nodig hebben. De uilen zullen met ze mee gaan en hun nesten bouwen in hun geldzakken, en er ook munten leggen.
En ze zullen leven als goden, want wij zullen daken op hun woningen bouwen.
Iedereen die een openbare functie bekleedt, en die een beetje wil stelen, zal gebruik kunnen maken van de scherpe klauwen van onze haviken.
En degenen die luxe willen dineren, zullen wij voorzien van de meest exquise ingrediënten.
Maar oh wee als jullie rechtspraak niet in ons voordeel uitpakt!
Bedek jezelf dan maar snel met metalen schilden, zoals ze dat ook doen bij standbeelden, want de dag zal komen dat je een witte tuniek draagt en alle vogels je onderpoepen.
Maar nu wil ik weten hoe het met het bouwen van de stad is gegaan. Waar blijft die boodschapper nou die mij op de hoogte zou moeten houden.
Ah! Wacht. Volgens mij komt hij daar net aanrennen.
Hij is helemaal buiten adem, alsof hij net een marathon gelopen heeft.
De poort is zelfs zó breed dat de twee grootste goden elkaar gemakkelijk zouden kunnen passeren in hun strijdwagens, zelfs als ze werden voortgetrokken door paarden zo groot als het Trojaanse paard.
Er kwam geen Egyptische steenbakker, geen steenhouwer, en geen timmerman aan te pas.
De vogels hebben het helemaal zelf gedaan.
Ik kon mijn ogen bijna niet geloven.
Uit Libië kwamen dertigduizend kraanvogels met een voorraad stenen voor de fundering.
De waterrallen beitelden ze vervolgens met hun snavels.
Tienduizend ooievaars werkten hard en maakten bakstenen; plevieren en andere watervogels droegen water de lucht in.
En de zwaluwen vlogen daarna met hun snavels en rugzakken vol specie naar boven om de muur aan de bovenkant af te werken.
En vertel, wie deed het timmerwerk?
En het waren goede timmerlieden, hoor, die pelikanen.
Ze wisten met hun snavels de poorten zo vierkant te maken dat het leek of het met een bijl gedaan was.
Maar het was wel een kabaal van jewelste, hoor. Het leek wel een echte scheepswerf.
Nu is de hele muur overal strak geplamuurd. De deuren zijn stevig vastgeschroefd en worden goed bewaakt. Er wordt veel gepatrouilleerd. De bewakers worden met een bel wakker gehouden, overal staan schildwachten, en op elk toren brandt een vuur.
Maar ik moet nu gaan. Ik moet me opfrissen. De rest is jouw pakkie-an.
Hier komt nog een boodschapper om ons nog meer nieuws te brengen.
Maar hij heeft wel een verontruste blik!
En de Vlaamse gaaien die overdag wachtlopen hadden niets door.
Alle vogels vallen hem aan met hun klauwen; de torenvalk, de buizerd, de gier, de groothoornige uil. Ze doorklieven de lucht die gevuld wordt met het geluid van het klapperen van hun vleugels.
Ze zoeken de god overal. Hij kan niet ver weg zijn.
Nee maar! Als ik me niet vergis, komt hij daar nu net aan.
Soldaten! Schiet er op los! In de aanval!
Geef me een slinger! Ik wil meedoen!
We moeten de lucht verdedigen! De muren bewaken!
Geen god mag ongezien binnensluipen.
Kijk goed om jullie heen.
Luister! Volgens ons horen we het geritsel van de snelle vleugels van een god naderbij komen.
Halt! Sta stil!
Stop dat slaan met je vleugels!
Wie ben je, en waar kom je vandaan? Zeg op!
Heb je jezelf gemeld bij de Vlaamse gaaien, de douaneofficieren? Waarom antwoord je niet?
Heb je anders een visum gekregen van de ooievaars?
Hiervoor verdien je de doodstraf.
Waar vloog je eigenlijk naartoe?
Ik was op weg naar de mensen om ze te vertellen dat ze schapen en ossen op de altaren moeten offeren, en dat ze hun straten moeten vullen met de rijke rook van brandend vet.
De goden in de hemel.
Zeus zou jullie ras volledig decimeren. Zijn bliksem zou jullie luchtstad treffen en zowel jullie lichamen als de poorten naar julie luchtkasteel compleet vernietigen.
Hou je mond, en luister goed.
Denk je dat ik een ondergeschikte ben, en denk je nou echt dat je me bang kunt maken met je bedreigingen?
Als Zeus me nog één keer irriteert, dan zal ik mijn met bliksem bewapende arenden de opdracht geven zijn huis, en ook die van Amphion, tot puin te reduceren.
Ik zal meer dan zeshonderd in luipaardvellen geklede porphyrions naar de hemel sturen om tegen hem te vechten.
Zoals je wel weet gaf zelfs één enkele porphyrion hem in het verleden al genoeg problemen.
Wat jou betreft: als je me blijft lastigvallen, breek ik je benen. Ook al ben je Iris, boodschapper van Zeus, en ook al lijk ik oud, je zal versteld staan van wat ik kan.
Spreid je vleugels, en pas maar op voor ons vogelleger.
En ook is het de mensen vanaf nu verboden om de rook van hun offers door onze ruimte te laten opstijgen.
Men kan niet wachten om in jouw luchtstad te gaan wonen.
Voordat jouw stad bestond, waren de mannen helemaal gek van Sparta.
Iedereen droeg lang haar, iedereen vastte, en alle mannen werden vuil en liepen met wandelstokken zoals Socrates.
Maar nu is alles veranderd!
Zodra de zon opkomt, springen ze allemaal tegelijk uit bed om op dezelfde manier naar voedsel te zoeken als jullie vogels doen.
De vogelgekte is compleet uit de hand gelopen. Veel mensen noemen zichzelf nu zelfs naar vogels.
Er is een groenteboer die zich kleedt als een patrijs. En Menippus noemt zichzelf de zwaluw, Opuntius noemt zich de eenogige kraai, Philocles de leeuwerik, Theogenes de vos-gans, Lycurgus de ibis, Chaerephon de vleermuis, Syracosius de ekster, en Midias de kwartel.
En, eerlijk is eerlijk, Midias ziet er inderdaad uit als een kwartel die een harde klap op zijn achterhoofd heeft gehad.
Uit liefde voor de vogels zingen mensen nu voortdurend liedjes die de zwaluw, de wintertaling, de gans en de duif de hemel in prijzen. Overal waar je kijkt zie je vleugels en bij elk evenement zie je veel veren.
Dat is wat er op dit moment daar beneden op aarde allemaal gebeurt.
Binnenkort komen er meer dan tienduizend mensen hier om je om veren en klauwen te vragen.
Bereid je daar dus maar alvast op voor. Ik zou maar zorgen dat ik voldoende vleugels voor ze had als ik jou was
Vertrek nu meteen, en vul elke mand die je kunt vinden met vleugels.
Mijn dienaar zal de manden naar mij toe brengen buiten de muren, alwaar ik degenen die aankomen zal verwelkomen.
Schiet eens op!
En sla deze knecht, zoals wij dat altijd doen. Steek hem wat peper in de reet, hij is duidelijk zo lui als een ezel.
Verdeel ze naar de vogels waar ze vandaan kwamen; de zingende, de profetische en de watervogels.
Verdeel ze dan onder de mensen naargelang hun karakter.
Ik ben gek op vogels, en ik ben zo snel mogelijk hierheen gekomen om bij jullie te komen wonen, want ik wil niets liever dan leven volgens de coulante wetten van de vogels.
Ik wil anderen vermoorden zodat ik hun rijkdom kan stelen.
“Als de gemeenschap van vogels je heeft gesteund, dan moet je in ruil daarvoor ook de andere vogels steunen.”
Omdat je zo gretig bent, ga ik je deze zwarte vleugels geven.
Daarnaast zal ik je een aantal goede adviezen geven die ik zelf kreeg toen ik jong was.
Kies niet voor een leven van misdaad en geweld.
Neem in plaats daarvan deze vleugels.
Doe alsof je een hanenkam hebt en ga op wacht staan. Leef van je loon en respecteer het leven van anderen.
Accepteer deze vleugels.
Een Bard BARD arriveert.
De meest briljante kunstenaars zijn diegenen die zich thuisvoelen in de leegte en duisternis, ver weg van het leven op aarde.
Luister maar.
“Ik zal door uw etherische rijk reizen als een gevleugelde vogel, die de ruimte doorklieft met zijn lange nek—”
Maar realizeer je dat ik je niet met rust zal laten voor ik vleugels heb waarmee ik kan vliegen.
Ik heb een bloedhekel aan rijke stinkerds.
Daar komt er nog een.
Ik ben ook een klikspaan, en—
Met vleugels zou ik snel kunnen rondvliegen, en daarmee zou ik sneller mensen kunnen vinden die ik voor de rechter kan slepen.
Ik zou kunnen terugvliegen met de kraanvogels, met genoeg informatie om heel veel rechtzaken te kunnen beginnen.
“Het is verbazingwekkend hoe een oproep tot dienstplicht mijn zoon inspireerde om vliegendsnel te vluchten.”
“De mijne, ” zegt dan een ander, “is op de vleugels van zijn verbeelding de tragische netten van de poëzie ingevlogen.”
En daarom hoop ik dat mijn wijze woorden je vleugels zullen geven om naar een meer eervolle beroep te vliegen.
En daarom wil ik dat je me nu snel even wat lichte, snelle haviks- of torenvalkvleugels geeft zodat ik de eilandbewoners hier kan beschuldigen, om daarna snel weer terug te vliegen zodat ik hetzelfde weer opnieuw kan doen.
Wacht, ik heb een paar mooie 'Corcyraeaanse-vleugels' voor je.
Maar je begint me te vervelen.
Verdrijft hij de wolken, of verzamelt hij ze juist?
Dit is belangrijk voor mij, omdat ik me achter de wolken kan schuilen zodat Zeus mij niet kan zien.
Dan zal ik mijn masker een heel klein beetje afdoen, zodat je mijn gezicht kan zien.
Als Zeus me hier zou zien...
Neem deze paraplu, en houd het boven mijn hoofd zodat de goden me niet kunnen zien, en dan zal ik je vertellen wat er op dit moment allemaal in de hemel gebeurt.
Kom maar hier dan. Wees niet bevreesd. Vertel.
Het is helemaal over voor Zeus.
Mensen brengen geen offers meer aan de goden; de rook van de geofferde dieren bereikt ons niet meer.
Er zijn zelfs geen kleine offers!
We worden gedwongen streng te vasten.
De barbaarse goden sterven ook van de honger.
Ze brullen als Illyrërs, en dreigen gewapend neer te dalen op Zeus als hij niet regelt dat ze weer vlees van geofferde dieren op hun markten kunnen kopen.
Ik raad je aan geen vrede te accepteren, tenzij Zeus de scepter aan de vogels teruggeeft en je Basileia ten huwelijk schenkt.
En zij is ook degene die de bliksem voor Zeus maakt.
Alle goede dingen komen trouwens van haar: wijsheid, goede wetten, deugd, de vloot, rechtspraak.
En ze is ook de penningmeester van alle geldvoorraden.
Dat is wat ik je kwam vertellen. Want je weet dat ik altijd mijn uiterste best doe om mensen te plezieren.
Dankzij jou hebben we bijvoorbeeld vuur om ons vlees te kunnen braden.
Maar ik moet snel terug, dus geef me vlug mijn paraplu.
Want als Zeus van daarboven mijn paraplu ziet, dan denkt hij hopelijk dat ik een mens ben die jonge dames begeleidt.
Heracles, heb jij enig idee hoe we dit het beste kunnen aanpakken?
Geef me de kaas en let op de smeulende kolen.
Weet dat er nu twee goden aanwezig zijn!
En wat jou betreft; als je ons goed gezind bent, dan beloven we dat je altijd regenwater in je zwembaden zult hebben, en altijd het warmste weer.
We hebben toestemming om deze dingen te beloven.
En ook nu zijn wij jullie goed gezind.
Net als jullie, zijn wij voorstander van vrede.
Maar dit alles alleen als jullie instemmen met een hele billijke voorwaarde; namelijk dat Zeus zijn scepter aan de vogels afstaat.
En alleen als jullie dáármee instemmen, nodig ik jullie uit voor dit heerlijke diner.
Kan je nou alleen maar aan eten denken? Dwaas.
Ben je nou echt bereid om in ruil voor een eenvoudige maaltijd je eigen vader van de troon te stoten?
De goden zullen namelijk veel machtiger zijn als de vogels de aarde regeren.
Op dit moment kunnen de mensen zich nog verschuilen onder de wolken.
Ze kunnen zich aan jullie zicht onttrekken en in jullie naam meineed plegen.
Maar als wij vogels jullie bondgenoten zijn, dan zullen we jullie altijd helpen.
Als bijvoorbeeld een man zweert op een van jullie, en dan vervolgens zijn beloftes niet na komt, dan zou een kraai op deze man kunnen neerdalen en namens jullie zijn ogen kunnen uitkrabben.
Maar er is nog meer waar we jullie mee van dienst kunnen zijn.
Als een man treuzelt met het brengen van een offer aan een god, dan kunnen we zijn gierigheid afstraffen.
Ik zal het luchtruim openen voor Zeus en de zijnen als, en alleen als, de jonge Basileia aan mij ten huwelijk wordt geschonken.
Deze vrede zal je ondergang betekenen.
Nadat je de vogels soevereiniteit hebt gegeven, zal je geruïneerd zijn als Zeus sterft, want je bent de erfgenaam van alle rijkdom die hij achterlaat.
Kom even bij mij staan, dan kan ik je onder vier ogen spreken.
Je oom gebruikt je, mijn beste vriend.
Volgens de wet zal je niks erven van je vader, omdat je een bastaard bent en geen wettig kind.
Trouwens, wordt Athene niet erkend als de enige erfgename van Zeus?
En dat zou nooit zo zijn als ze nog een legitieme broer had gehad.
En deze zelfde Poseidon die je bij je hebt zou de eerste zijn die aanspraak zou mogen maken op zijn rijkdom, omdat hij zijn legitieme broer is.
Luister maar, dit staat er over geschreven in de Atheense wetboeken:
“Een bastaard zal niet erven als er wettige kinderen zijn; en als er geen wettige kinderen zijn, gaat het eigendom over op de naaste verwanten.”
Wil je misschien vechten tegen de goden?
Nou, dan kan je beter aan mijn kant staan. Ik zal een koning van je maken, en ik zal je voeden met vogelmelk en honing.
Ik sta de jongedame af aan jou.
Maar vooruit, omwille van de vrede houd ik vanaf nu mijn mond. Jullie regelen de zaak maar onderling, en sluiten onderling maar vrede, aangezien jullie het allebei eens zijn met deze ruil.
Kom met ons mee om Basileia en de hemelse schat te ontvangen.
Schitterender dan de helderste ster aan het firmament, nadert hij zijn glinsterende gouden paleis. De felle zon is nog minder oogverblindend dan zijn immense glorie.
Hier arriveert hij nu met zijn bruid Basileia aan zijn zijde. Woorden schieten te kort om haar schoonheid te beschrijven.
In zijn hand houdt hij de bliksem, de gevleugelde schacht van Zeus. Bedwelmende parfums van onuitsprekelijke zoetheid doordringen de etherische rijken.
De wolken van wierook die in de lichte wervelwinden zweven voor de adem van de Zephyr!
Wat een glorieus schouwspel.
Maar hier is hij nu zelf. Goddelijke Muze! Laat uw heilige lippen beginnen met liederen over goede voortekens.
Vlieg rond deze gelukkige sterveling, die vrouwe Fortuna heeft overladen met haar zegeningen.
Oh! Oh! Wat een gratieën! Welk één schoonheid!
Oh, een huwelijk, zo gunstig voor onze stad! Hulde aan deze man!
Door hem hebben de vogels nu zo'n glorieus leven.
Laat uw huwelijksliederen hem en zijn Basileia verwelkomen!
Het was tijdens dit feest dat het lot van de voormalige Olympische leiders hier werd verbonden aan het lot van deze koning gezeten op zijn onbereikbare troon.
Oh! Daar gaat de schone maagd!
Oh! Rose Eros met de gouden vleugels die de teugels vasthield en de wagen bereed; Hij was het die de vereniging van Zeus en de fortuinlijke heer hier voorzat. Oh! Schone maagd!
Bezing nu de enorme donder die ik vasthoud en die de aarde doet schudden, de vlammende bliksem en verschrikkelijke flitsende bliksemschicht van Zeus.
Oh, goddelijke grote vurige schacht van vlammen, die Zeus eerst ontsproot!
Oh, rollende donderslagen, die de regen neder doen dalen!
Het is onze koning die de aarde nu zal laten schudden! Oh, maagd!
Het is door jou dat hij het universum bestuurt, en dat hij jou, die hij van Zeus heeft afgepakt, plaats laat nemen aan zijn zijde.
Oh! Schone maagd!
Reik me je hand, mijn lieve vrouw!
Pak mijn vleugels beet, en laat ons dansen. Ik zal je optillen en door de lucht dragen.
EINDE