
Het boodschappenlijstje dat uw man voor u heeft gemaakt.
Mevrouw, alstublieft, er staan mensen achter u te wachten.



Babymelkpoeder. Weet u zeker dat u de juiste heeft?
(Verbolgen)Of ik dat zeker weet?
(Kijkt naar haar op)Mag ik uw man spreken?
Kunt u uw man even voor mij bellen?
Hij zit nu op werk, hij zit in een belangrijke vergadering.
Dan kan ik u deze spullen helaas niet meegeven mevrouw.



Met de kassier van de Bertus Haan.(Pauze)Ja.
Ik heb hier een vrouw voor mij staan die babymelkpoeder nummer drie wil kopen, klopt dat? (Pauze) En zes biertjes, zie ik maar die staan niet op het boodschappenlijstje, mag ze die?
Oh, juist. Die zijn voor u. Ze heeft Dramstelbier gekozen, is dat juist?
(Pauze) Okay. Verder zie ik shampoo,
perzik—ja—okay. en ik zie spaghetti, moet dat
meergranen zijn?
(Pauze)Aha. Juist.
Nee de rest ziet er goed uit.
Of, wacht!
Gehakt. Half-om-half, of moet ze mager rundergehakt pakken?
Staat er namelijk niet bij.
Op uw boodschappenlijstje.
Oh, heeft
zij die—ah, okay.
Nee, okay.
Ja, dank u wel.



Mevrouw! Er staan mensen te wachten.
Schat, wist jij dat meergranenspaghetti bestond? En mager rundergehakt! Wow!
Negenentwintig euro, en zeven cent.
(Draait verpakkingen om)Wie had dát kunnen denken, dat ík, al die jaren, Spaghetti Bolognese hélemaal verkeerd bereid heb.
Goh...
(Kijkt naar
)Hoeveel zei u?
Negenentwintig euro, en zeven cent.
EINDE
Tekst en illustraties: Ayal Pinkus, 1 mei, 2022